23

Het was een dag zonder regen en een rode avondzon vergulde de twee vrouwen op de trap.

De Chinese dame in haar zijden jurk bekeek Angelika taxerend toen ze haar begroette, keerde zich om naar haar zoon en zei: ‘Dit had ik niet verwacht.’

Daarna omhelsde ze Jan en zei: Wat fijn om je eindelijk weer eens te zien!’

Beiden hadden tranen in hun ogen.

Angelika groette Inger en vond haar meteen aardig: blond, rond, vol zorg voor alles en iedereen. Dokter Chavez had zijn armen vol spartelende kinderen en kon niet meedoen aan de begroetingsceremonie.

Toen kwam zijn zus eraan, een gracieuze, jonge vrouw met schuinstaande ogen, vernoemd naar zijn moeder. Jan boog en zei: ‘Je herinnert je me vast niet, Lin.’

‘Jawel, dat doe ik wel’, zei het meisje.

‘Je bent eens bij me op schoot gekropen.’

‘Ja, wil je weten waarom?’

‘Ja.’

‘Ik had nog nooit iemand met rood haar gezien, maar ik durfde er niet aan te voelen.’

‘Dat durf je nu vast wel’, zei Jan en hij boog zich zo diep dat ze door zijn haar kon woelen.

Ze lachten allemaal en gingen naar binnen.

Het was een groot huis. Op de hele benedenverdieping waren geen tussenmuren. Keuken, eethoek en woonkamer

vormden een geheel, versleten, rommelig en gezellig. Struikel niet over het speelgoed’, zei Inger.

Twee wilde kinderen hadden opeens een voorliefde voor Angelika, trokken haar in een oude fauteuil, klauterden boven op haar en maakten haar wangen nat met vochtige kusjes.

Angelika begon te blozen van plezier.

‘Kinderen weten’, zei Lin Tang.

Jan durfde te vragen wat kinderen dan wisten.

‘Dat Angelika een kind is net als zij, een kind, maar met een volwassen en sterke uitstraling. Ze voelen dat ze voelt zoals zij, maar ook dat ze de wijsheid van een volwassene bezit.’

Beter kun je het niet uitdrukken, dacht Jan en hij verraste zichzelf door te zeggen dat ze zo koppig kon zijn als een ezel. Meteen had hij spijt van zijn woorden.

Hij keek verontschuldigend naar Lin Tang.

‘Ze heeft, net als ik, een moeilijke jeugd gehad.’

Ze knikte en zei dat hun liefde voor elkaar misschien een diepere betekenis had dan ze konden begrijpen.

Inger riep dat ze aan tafel konden komen. Ze aten aan een grote eettafel in de keuken: avocado met zalm als voorgerecht en daarna lamskoteletten met gekookte bamboescheuten. Alles even voortreffelijk, net als de rode wijn die ze erbij dronken.

Angelika en de jonge Lin wasten af. Inger deed de kinderen boven in bad en las verhaaltjes voor tot ze in slaap vielen. Lin Tang zat bij de twee mannen die jeugdherinneringen ophaalden.

Net toen Angelika met de koffie aankwam, zei Chavez: ‘Herinner je je Ullenius?’

Jan moest lachen. Hij zei: ‘Hoe zou ik hem ooit kunnen vergeten? Hij was de eerste persoon in mijn leven die zich in dezelfde wereld bevond als ik.’

‘Een vriend van school?’ vroeg Angelika.

‘Een bijzondere man’, zei Chavez. ‘Ik zal bij het begin beginnen. Jan en ik leerden elkaar dus op de middelbare school kennen, twee begaafde jochies in een wereld van dommerds, vonden wij. Het ergste was nog dat de wiskundeleraar ook tot de wereld van de dommerds behoorde. Zijn lessen waren, zoals Jan het uitdrukte, op lagereschoolniveau. Jan verdiepte zich in ingewikkelde vergelijkingen, die onze leraar niet begreep. Overigens was hij best een geschikte man, dat moet je toegeven.’

Jan knikte en Chavez ging verder: ‘Dus die leraar ging naar de rector en vertelde hem wat er aan de hand was. Dat hij het een of andere wiskundegenie in zijn klas had en dat er iets gedaan moest worden. De rector herinnerde zich een vroegere leraar, die het niet naar zijn zin had gehad, zijn baan had opgezegd en nu met behulp van de onbegrijpelijke wereld van de hogere wiskunde in zijn levensonderhoud voorzag. Dus hij belde die Ullenius en verzocht hem te komen en zijn commentaar te geven. De oude baas kwam en ging in de lerarenkamer zitten. Hij kwam tot de conclusie dat de vergelijkingen zeer gecompliceerd waren en heel intelligent waren uitgedacht, en verzocht om dat joch te laten komen’, vertelde Chavez.

‘Het is niet te beschrijven hoe de ontmoeting met Ullenius voelde’, onderbrak Jan. ‘Eindelijk iemand die me begreep, ik was niet gek, stond niet alleen.

Plotseling zat ik daar met een elegante, oude man, die mijn constructies doornam en me liet zien waar ik in de fout gegaan was. Het was een openbaring.

Daarna mocht ik twee uur per week bij hem langskomen. Ik hoefde niet meer naar de wiskundelessen op school en mocht in de bibliotheek boeken zitten lezen.’ ‘Voornamelijk over Einstein en Gödel.’ Chavez knipoogde naar Angelika.

‘Maar de uren van Ullenius waren niet gratis, en de school had geen beurzen voor genieën, zoals de rector het uitdrukte. Toen heeft jouw vader ingegrepen.’

‘Maar dat was toch vanzelfsprekend’, zei Lin Tang. ‘Je snapt toch wel dat die gestoorde vlieger je als een zoon beschouwde. Zoals ik dat ook doe.’

Iedereen in het gezelschap glimlachte, behalve Angelika. Ze dacht dat het verhaal over de wiskundeleraar die niet begreep wat Jan bezighield, op haar sloeg. Inger zag dat Angelika bleek wegtrok en loodste haar mee naar de keuken om water te drinken.

In de zithoek van de rommelige woonkamer was men van onderwerp veranderd. Ze hadden het over het nieuwe onderzoek naar het bewustzijn. Angelika kwam terug, kroop in elkaar in haar fauteuil en sloot haar ogen, en aanvankelijk luisterde ze maar met een half oor.

‘De meesten van ons beschouwen hun bewustzijn als hun eigen ik, hun identiteit,’ zei Chavez, ‘maar dan is het moeilijk te verklaren waarom we zoveel krachten, vermoedens, fantasieën, impulsen en sterke gevoelens hebben waarvan we ons maar heel zelden bewust zijn. De psychologie heeft het over het onderbewuste, maar men bedoelt daarmee over het algemeen alleen die herinneringen die zo vreselijk zijn dat we ze verdrongen hebben. Ik praat echter over iets veel groters.’

‘En hoe weten we dat?’ vroeg Lin Tang.

‘Luister naar een orgelconcert van Bach’, zei Angelika, die opgeleefd was en met rechte rug op het puntje van haar stoel zat.

‘Bach is een goed voorbeeld. Het bewustzijn doet pogingen om zijn muziek te ontleden en te verklaren, maar dat verstoort de beleving. Zoals dat met alle wonderlijke en onbegrijpelijke dingen in de wereld gebeurt.

We zien door de bomen het bos niet meer, dat is aan het zicht onttrokken door alles wat we weten over bosbouw, snelgroeiende bomen voor timmerhout, waterverslindende berken en met uitsterven bedreigde korstmossen.

Om nog niet te spreken over al die romantische beelden over de stilte en schoonheid die we er zouden moeten beleven.’

Angelika sloot af met een verlegen excuus: ‘Het was niet mijn bedoeling een preek te houden.’

Chavez keek haar aan.

‘Maar het is interessant wat je zegt, Angelika. Ik heb vaak het idee dat de natuurwetten ons meer interesseren dan de natuur zelf.’

Jan moest lachen en zei: ‘Er is een tijd geweest waarin de natuurkundigen zeiden dat ze de wetten en bestanddelen van de werkelijkheid hadden begrepen. Voor de rest konden de chemici zorgdragen.

Tegenwoordig zijn er onderzoekers die menen dat de natuurkundigen hun fantastische resultaten juist bereikten doordat ze zich totaal niets van de werkelijkheid aantrokken.’

‘Dat is toch niet te geloven!’ zei Inger. ‘Er moet meer wijn komen.’

‘Ik ga intussen naar boven om naar de kinderen te kijken’, zei Chavez.

Het was al ver na middernacht toen ze het, met een glas koele witte wijn in de hand, erover eens werden dat ze een boeiende avond hadden gehad. Niet alle geheimen van het leven hadden ze kunnen doorgronden. Ze werden het niet eens over de vraag waarom mensen die dezelfde werkelijkheid delen, toch zo verschillend zijn.

‘Ik heb alleen één vraag’, zei Jan. ‘Over de stelling dat wij allemaal beelden in ons hoofd hebben waardoor onze belevingen een herhaling van feiten worden.’

‘Maar dat is toch vanzelfsprekend’, zei Lin Tang en ze glimlachte hem toe. ‘Van kinds af aan heb je een heleboel voorstellingen in je hoofd. Van hoe de liefde eruit moet zien, hoe een mooi landschap eruitziet, hoe een dom mens zich gedraagt. Het meeste van wat je ziet is wat je hebt leren zien. En dat is weer een kwestie van cultuur en tijdgeest. Begrijp je?’

‘Ik weet het niet.’

‘Maar dat zou jij juist moeten weten’, zei Angelika. ‘Je zag een schilderij op een expositie en toen begon je te zien.’ Hij knikte.

Lin Tang glimlachte weer: ‘Niemand heeft het beter geformuleerd dan de Indiase filosoof Krishnamurti toen hij zei dat de dood het einde voor de maker van de beelden betekent.’

In de taxi naar huis vroeg Jan aan Angelika of zij wist wie die Krishnamurti was. Dat over de dood en de maker van beelden kon hij niet plaatsen. Toen ze niet reageerde, keek hij opzij en zag hij dat ze lag te slapen.

Het Raadsel van de Liefde
Het Raadsel van de Liefde.html
Het Raadsel van de Liefde-1.html
Het Raadsel van de Liefde-2.html
Het Raadsel van de Liefde-3.html
Het Raadsel van de Liefde-4.html
Het Raadsel van de Liefde-5.html
Het Raadsel van de Liefde-6.html
Het Raadsel van de Liefde-7.html
Het Raadsel van de Liefde-8.html
Het Raadsel van de Liefde-9.html
Het Raadsel van de Liefde-10.html
Het Raadsel van de Liefde-11.html
Het Raadsel van de Liefde-12.html
Het Raadsel van de Liefde-13.html
Het Raadsel van de Liefde-14.html
Het Raadsel van de Liefde-15.html
Het Raadsel van de Liefde-16.html
Het Raadsel van de Liefde-17.html
Het Raadsel van de Liefde-18.html
Het Raadsel van de Liefde-19.html
Het Raadsel van de Liefde-20.html
Het Raadsel van de Liefde-21.html
Het Raadsel van de Liefde-22.html
Het Raadsel van de Liefde-23.html
Het Raadsel van de Liefde-24.html
Het Raadsel van de Liefde-25.html
Het Raadsel van de Liefde-26.html
Het Raadsel van de Liefde-27.html
Het Raadsel van de Liefde-28.html
Het Raadsel van de Liefde-29.html
Het Raadsel van de Liefde-30.html
Het Raadsel van de Liefde-31.html
Het Raadsel van de Liefde-32.html
Het Raadsel van de Liefde-33.html
Het Raadsel van de Liefde-34.html
Het Raadsel van de Liefde-35.html
Het Raadsel van de Liefde-36.html
Het Raadsel van de Liefde-37.html
Het Raadsel van de Liefde-38.html
Het Raadsel van de Liefde-39.html
Het Raadsel van de Liefde-40.html
Het Raadsel van de Liefde-41.html
Het Raadsel van de Liefde-42.html
Het Raadsel van de Liefde-43.html
Het Raadsel van de Liefde-44.html
Het Raadsel van de Liefde-45.html
Het Raadsel van de Liefde-46.html
Het Raadsel van de Liefde-47.html
Het Raadsel van de Liefde-48.html
Het Raadsel van de Liefde-49.html
Het Raadsel van de Liefde-50.html
Het Raadsel van de Liefde-51.html
Het Raadsel van de Liefde-52.html
Het Raadsel van de Liefde-53.html
Het Raadsel van de Liefde-54.html
Het Raadsel van de Liefde-55.html
Het Raadsel van de Liefde-56.html
Het Raadsel van de Liefde-57.html
Het Raadsel van de Liefde-58.html
Het Raadsel van de Liefde-59.html
Het Raadsel van de Liefde-60.html
Het Raadsel van de Liefde-61.html
Het Raadsel van de Liefde-62.html
Het Raadsel van de Liefde-63.html
Het Raadsel van de Liefde-64.html